Bart 'Nassara' Massaer °1973
De enige Afrikaan in de groep, ook al is het dan een albino. En een wandelende muziek-Wikipedia.
Bart volgde als achtjarige muziekschool, en daar liep hij zijn eerste trauma op: “Gij kunt niet zingen” werd net niet op zijn voorhoofd getatoeerd. Nadien volgde Bart nog enkele maanden drumles.
Het is een publiek geheim dat hij als jongere verslaafd was aan het Tamboerke van Micha Marah (zie Wikipedia) tot hij op 13-jarige leeftijd de dubbelaar van Canned Heat en John Lee Hooker te horen kreeg. Het deed hem kortstondig naar de gitaar grijpen.
De passie voor de muziek bleef wel overeind: Bart plunderde de mediatheek van Dendermonde en ging steeds verder in zijn zoektocht naar 'the real thing' achter de populaire bluesrock van de jaren '60 en '70. Die queeste bracht hem bij figuren als Buddy Guy, Robert Johnson en Son House. Het draaien van plaatjes in verschillende jeugdhuizen verschafte hem de toegang tot rijke platenbakken, alles met één missie: zichzelf te pletter luisteren en de aanwezigen opvoeden met goede muziek. Led Zeppelin, Jimi Hendrix, the Stones - dat soort dingen dus.
Bart vierde de milleniumbug in Tsjaad, Afrika, waar hij kennis maakte met de polyritmiek. Terug in België ging hij aan de djembe en maakte hij deel uit van een percussie-ensemble. En op zijn tweeëndertigste kocht hij een akoestische gitaar om dichter bij de blues te komen.
Bart vindt de geschikte leraar in de online lessen van Jamplay.com en na wat kampvuuroptredens startte hij in 2011 samen met enkele andere onverlaten The Goose Thing.
Over zijn muzikale helden kunnen we kort over zijn: raadpleeg zijn - overigens sterk aanbevolen - podcast "Into the Soul of the Blues" en U kent ze meteen alle 1897. Met misschien toch een voorkeur voor Robert Johnson, Son House, Jimi Hendrix en Buddy Guy - de laatste wat hem betreft met stip als de ultieme performer.
Hey, wacht eens even? Bart kon niet zingen en toch is hij de frontman en zanger van The Goose Thing? Klopt! En U hoeft zich geen zorgen te maken: "Als je iets graag
doet, moet je het doen en het komt goed" was zijn devies en na een introductie in stemgebruik en ademhalingstechnieken vond hij tijdens het Corona-tijdperk de ideale stemcoach. Daarmee werd de “I Put A Spell On You” van de directeur van de muziekacademie doorbroken. Schakelen van borststem naar kopstem loopt nu vlot, en Bart zingt met authenticiteit en emotie, want daar gaat het om bij het zingen. En daar gaat het ook om in de blues, eerder dan een bloedeloze perfectie nastreven. Denk maar aan Tommy Johnson en Skip James.
Bart ademt, drinkt en eet de blues. Blauwer worden ze wellicht niet meer gemaakt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij vanaf de opening van blues- en rootsslub "Missy Sippy" zijn gelijken zocht in de levende Blues Community van Gent. Men kent hem daar ook als de solo danser die zich vlot en ongegeneerd doorheen de Lindy Hop square smijt.
Bart leeft nog een eigen muzikaal leven als Nassara, een formatie samen met Bernd "the Medicine Man" - "onze" Bernd dus, waar hij zijn pure blues helemaal in kwijt kan. Bij zonnig weer kan je hen al eens buskend terugvinden in de straten van Gent, en met "Nassara and the Medicine Man" luistert hij ook zijn voordrachten over de blues op.
Welke drie platen hij zou meenemen een onbewoond eiland? “Blues” van Jimi Hendrix, “Hooker & Heat “ van John Lee Hooker en Canned Heat en "Tiny Legs Tim Live @ Sint-Jacobs", een concert waar hij ongetwijfeld op de eerste rij stond mee te shaken.
Roland 'Apsjaar' Rogiers °1951
(geloof hem dus niet als hij 1961 als geboortejaar vermeldt)
Roland komt op zijn dertiende in contact met de muziek van The Beatles en leerde toen dat er nog iets anders geproduceerd werd dan Dean Martin, Gigliola Cinquetti of die ellendige Elvis met zijn al even ellendige "Devil in Disguise". Zoals elke gezonde jongen in die periode koopt hij op zeventienjarige leeftijd een akoestische gitaar
en maakt al snel deel uit van "Plunk Inc", een weinig succesvolle folkgroep in het Antwerpse die verstoken bleef van het zo verhoopte groupie-fenomeen. Roland's Belangrijkste muzikale wapenfeit uit die tijd was de bijna vernielde gitaar van Mary Porcelein (zie Wikipedia Mary Porcelein).
In 1974 gaat de gitaar van Roland aan de haak en daar zal ze blijven hangen tot hij op zijn zestigste zijn midlife crisis doormaakt (Roland dicht zichzelf een lang leven toe). Wat zal het worden? Een minnares, een Harley Davidson of een Fender? In zijn keuze enigszins geholpen door zijn echtgenote opteert hij voor het laatste. Roland kweekt al gauw als autodidact terug eelt op de vingertoppen en maakt een tijdje deel uit van de Wase covergroep "Oil". Een voordracht van Bart 'Nassara' over de blues brengt de twee zachte helden bij elkaar en ze besluiten kort daarop om “samen iets te doen”. Creatief met kurk of breien leek niet erg te lukken en dus werd heteen bluesy gitaarduo dat al snel uitbreidde tot The Goose Thing.
Op muzikaal vlak zweert Roland bij The Beatles, The Rolling Stones, Bob Dylan, Leonard Cohen, Jimi Hendrix, Rory Gallagher, Jethro Tull, Peter Green’s Fleetwood Mac, Pink Floyd, Neil Young, dEUS en The Haunted Youth. U ziet, volgens deze knar is er muzikaal sinds de Jaren ‘68 weinig relevants gebeurd, muv de laatste twee groepen.
Toen Jimi Hendrix werd gevraagd hoe het was om de beste gitarist ter wereld te zijn, antwoordde zijne Hoogheid: “Geen idee, moet je aan Rory Gallagher vragen”. Zet daar nog Eric Clapton en Peter Green bij en je hebt de idolen van onze maat.
Roland, of Apsjaar, speelt zoals gewoonlijk enigszins vals in de "3 LP -vraag": hij kiest voornamelijk voor dubbel-LP’s. “Pulse” van Pink Floyd, “Electric Ladyland” van Jimi Hendrix en “Man of the world” van Peter Green.
Wim Bobelijn °1969
'69 - we verzinnen het niet en nog steeds volgens Serge en Jane “l'année erotique”. En dat in Assenede, wie had dat gedacht! Hoewel we uit goede bron vernamen dat Willem geboren is in het jaar ’53 maar hij vond dat het heilige getal hem beter zou staan.
Wim zet zijn eerste muzikale stappen op twaalfjarige leeftijd via pianolessen om tijdens zijn legerdienst over te schakelen op keyboards. U denkt: "het leger, dat moet wel een springplank naar succes geweest zijn". De waarheid is lichtjes anders: van dan af ging het een beetje zoals met de verborgen jaren van Jezus: een muzikale stilte tot zijn vijfendertigste levensjaar.
Met het muziekvirus is het een beetje zoals met herpes: dat komt en dat gaat maar het blijft wel in je zitten. Ibidem bij onze Wim: het virus begon zich terug te roeren. Her en der wat jammen met andere muzikanten leidde op zijn veertigste tot een bekering, lees "saxofoon". Geen vette motorbike dus, maar muzieklessen als oplossing voor de midlife crisis. Gewapend met sax en keyboard startte hij met vrienden een bluesrock-rockabilly band: "The Shuffle Kings". Nieuwsgierigheid bracht hem bij een nieuw instrument: onze maat schafte zich een basgitaar aan en introduceerde zijn talent bij "Yellow Moon" en "Mashup" tot hij in 2016 verleid werd (volgens hemzelf gechanteerd) om te bassen bij The Goose Thing.
De nieuwe invloeden van de blues zorgden voor meer nieuwsgierigheid in basinstrumenten en onlangs is er een contrabas bijgekomen. En het gonst al van de geruchten dat er ook een akoestische basgitaar op komst is.
De muzikale invloeden van Wim moeten gezocht worden bij de Dire Straits, Norah Jones, Eric Clapton, de Rolling Stones en een "zonde" in de jeugdjaren; zijnde Prince en zijn expliciete teksten. Amai nog nie toen. Onze vriend heeft tenslotte ook zijn geboortejaar mee.
In the Goose Thing is Wim voornamelijk te vinden achter de basgitaar, soms ook al eens de aan de sax of de keyboards. En ook de meer dan aantrekkelijke stembanden gooit hij al wel eens in de muzikale strijd. Wim beschikt ook over een repetitielokaal, maar het is een brug te ver om te beweren dat dit de enige reden is die zijn plaats in de band rechtvaardigt, zoals al eens beweerd werd in "Hallo Allemaal".
Als favoriete bassisten kiest Wim voor Flea, uiteraard van de Red Hot Chilli Peppers, en voor Duff McKagan van Guns & Roses. En de “onbewoond-eiland-vraag” levert ons “Purple Rain” van Prince, “Legend” van Bob Marley en of course: “For the good times” van The little Willies (met Norah Jones).
Bernd 'The Animal' Haerynck °1978
Onze minzame multi-instrumentalist, al associeer je dat niet onmiddellijk met een trommelaar. Wellicht ook de enige rechtshandige batterist die drumt op een links gepositioneerd toestel. Misverstandje uit zijn jeugd.
Bernd startte zijn muzikale ontwikkeling aan de wereldberoemde muziekacademie van Wielsbeke. En dan nog wel met de altblokfluit; meer rock en roll wordt het niet. Hij schafte zich op zijn veertiende via crowd funding een drumstel aan en werd prompt door de overige gezinsleden (de hond incluis) verbannen naar het tuinhuis. Als puber ging hij slapen met Sepultura en stond hij op met Iron Maiden. Soms al eens omgekeerd. Bombast zal hem blijven boeien. Later bekeerde hij zich tot de grunge, lees Pearl Jam en Nirvana.
Op zijn zestiende zat de duivelse rakker in The Tawny Tit-Bits (gitaar, bass en drums) en in die bezetting maakte hij Hendrix-gewijs de jeugdhuizen onveilig in het anders O zo rurale Wielsbeke. Intussen koesterde hij ook een nevenproject, De Gezellige Guido’s: een bezetting van twee drumsstellen en een bass. Op zijn achttiende vormde
hij dan weer Simple Noise, een punkrock band. En alweer waren het de jeugdhuizen en de chirolokalen die het moesten ontgelden. Het verklaart meteen de hoge mate van hardhorendheid bij die generatie.
Bernd verkastte naar Leuven en wou ook wel eens iets anders dan cursussen en cantussen et voilà: The Underground Blues Village was geboren: een groep gedegen muzikanten die met hun bluesrock de publieksprijs wonnen van het Interfacultair Songfestival. Na zijn studies verbleef The Animal in Nederland en in Malawi. En er moest brood op de plank komen met het bekende verhaal tot gevolg: een muzikale sabbat. Op enkele familiale concertjes met zijn eveneens muzikale eega niet te na gesproken.
Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en in 2011 keerde Bernd terug naar de muziekschool om er de diatonische trekzak te molesteren, noten en muziektheorie incluis. Tot Bart hem in 'the early days' aanprees als potentiële drummer. De prille versie van The Goose Thing mocht auditie doen, Bernd zag potentie en stapte met alle handen en voeten waarover hij beschikte in de band.
Recent bekeerde onze maat zich tot de saxofoon waarbij hij ook de catalogus van Eddy Wally niet schuwt. Zijn sax-versie van Cherie zal wellicht een hit worden in de nabije toekomst: hou Spotify in het oog. Gesteld dat hij bij de volgendelock down zou geïsoleerd worden (kent er iemand een verantwoordelijke?) propt hij “The Boatsman’s Call” van Nick Cave, “Solitary Man” van Johnny Cash en “The Night” van Morphine in zijn valies. Billy Conway, drummer van Morphine en Danny Carey van Tool gelden als zijn voorbeelden op de ezelsvellen.
Jano Lampaert °1999
Jano speelde en speelt bij verschillende bands. Op een blauwe maandag beroerde hij keyboards bij The Goose Thing. Nadien koppelde hij zijn lot en leven gedeeltelijk aan de band als geluidstechnicus. Enigszins vergroeid en geobsedeerd door allerlei computergestuurde machines is hij tijdens onze optredens dus te vinden achter, boven, op en onder de PA.