Bernd 'The Animal' Haerynck °1978
Onze minzame multi-instrumentalist, al associeer je dat niet onmiddellijk met een trommelaar. Wellicht ook de enige rechtshandige batterist die drumt op een links gepositioneerd toestel. Misverstandje uit zijn jeugd.
Bernd startte zijn muzikale ontwikkeling aan de wereldberoemde muziekacademie van Wielsbeke. En dan nog wel met de altblokfluit; meer rock en roll wordt het niet. Hij schafte zich op zijn veertiende via crowd funding een drumstel aan en werd prompt door de overige gezinsleden (de hond incluis) verbannen naar het tuinhuis. Als puber ging hij slapen met Sepultura en stond hij op met Iron Maiden. Soms al eens omgekeerd. Bombast zal hem blijven boeien. Later bekeerde hij zich tot de grunge, lees Pearl Jam en Nirvana.
Op zijn zestiende zat de duivelse rakker in The Tawny Tit-Bits (gitaar, bass en drums) en in die bezetting maakte hij Hendrix-gewijs de jeugdhuizen onveilig in het anders O zo rurale Wielsbeke. Intussen koesterde hij ook een nevenproject, De Gezellige Guido’s: een bezetting van twee drumsstellen en een bass. Op zijn achttiende vormde
hij dan weer Simple Noise, een punkrock band. En alweer waren het de jeugdhuizen en de chirolokalen die het moesten ontgelden. Het verklaart meteen de hoge mate van hardhorendheid bij die generatie.
Bernd verkastte naar Leuven en wou ook wel eens iets anders dan cursussen en cantussen et voilà: The Underground Blues Village was geboren: een groep gedegen muzikanten die met hun bluesrock de publieksprijs wonnen van het Interfacultair Songfestival. Na zijn studies verbleef The Animal in Nederland en in Malawi. En er moest brood op de plank komen met het bekende verhaal tot gevolg: een muzikale sabbat. Op enkele familiale concertjes met zijn eveneens muzikale eega niet te na gesproken.
Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en in 2011 keerde Bernd terug naar de muziekschool om er de diatonische trekzak te molesteren, noten en muziektheorie incluis. Tot Bart hem in 'the early days' aanprees als potentiële drummer. De prille versie van The Goose Thing mocht auditie doen, Bernd zag potentie en stapte met alle handen en voeten waarover hij beschikte in de band.
Recent bekeerde onze maat zich tot de saxofoon waarbij hij ook de catalogus van Eddy Wally niet schuwt. Zijn sax-versie van Cherie zal wellicht een hit worden in de nabije toekomst: hou Spotify in het oog. Gesteld dat hij bij de volgendelock down zou geïsoleerd worden (kent er iemand een verantwoordelijke?) propt hij “The Boatsman’s Call” van Nick Cave, “Solitary Man” van Johnny Cash en “The Night” van Morphine in zijn valies. Billy Conway, drummer van Morphine en Danny Carey van Tool gelden als zijn voorbeelden op de ezelsvellen.